<< Vorige - Volgende >> |
2023 Bergische Land / Ruhrgebied 4 dagenEen stukje minder bekend Duitsland dat ligt tussen de Rijn en het Sauerland. Met mooie dagtochten.
|
||
Bergische land 2023:
De voorbereiding
Dit jaar is het weer mogelijk, na een periode van Corona, een meerdaagse toer naar Duitsland te organiseren. Als scooterliefhebbers is dit voor mij een verademing om eindelijk weer een meerdaagse tocht te rijden.
Al snel ging ik via google op zoek naar een geschikte rijroute. Hiervoor keek ik naar de snelste route die voor de bromfiets kan. Via streetview haalde ik de bottelnekken eruit zoals de N-wegen die autowegen zijn zonder fietspad en fietspaden afgesloten voor brommers cat. B. Dit geeft echter geen garanties dat er geen onverwachte situaties kunnen ontstaan, maar in grote lijnen geeft het wel een goed beeld van welke wegen te verwachten zijn. Daarnaast probeer ik zoveel als mogelijk is grote steden te vermijden. Indien dit niet mogelijk is, tracht ik een rondweg te nemen. Ervaring uit het verleden hebben me geleerd dat het beter is 5 km om de stad heen te rijden dan de ergernissen van stoplichten en fileleed.
Na enkele opties bekeken te hebben koos ik voor de route vanaf mijn woongemeente Vlissingen via Huybergen naar Kasterlee. Dan door naar Leopoldsburg, Kinrooi en bij Ittervoort Nederland weer in. Verder via Roermond en Swalmen naar de Duitse grens en door naar Düsseldorf noord. Via de Theodor Heuss brug de L7 blijven volgen die mij naar Wuppertal brengt. Totaal ongeveer 310 km.
De dag voor vertrek heb ik de brommer nog even bijgevuld (tweetakt-olie) en gewassen. Een beurt had hij deze winter al gehad en tijdens de toertochten van dit jaar zijn er geen problemen ontstaan. Vanwege mijn stelregel: "niets doen zolang er niets geks te horen is of er een defect ontstaat", zorg ik dat er in de winter een beurt gegeven wordt en verder niets!
Daar deze reis geen campingreis maar een hotelreis is, heb ik geen kampeermateriaal nodig. Ik gebruik de "duffel" (een grote waterdichte tas) om kleding en schoeisel en andere gebruiksvoorwerpen in te doen. In de achterkoffer zitten zaken die ik onderweg nodig zou kunnen hebben (regenkleding, foto apparatuur, handschoenen, wc papier en meer van die zaken. Dit keer neem ik één koeltas aan de zijkant mee met wat drinkflesjes. Uiteraard zit de zadelbak vol met de standaard zaken zoals gereedschap, reserve brandstof en olie, wat reserve onderdelen en een handdoek. Ook sluit ik mijn powerpack alvast aan. Daarna gaat de scooter de garage in afwachtend op de rit die de volgende dag komen gaat.
's Avonds smeer ik wat broodjes en zet alvast het koffie apparaat gereed zodat ik de volgende ochtend een ontbijtje en koffie heb. De wekker zet ik op 05.30 uur. Nog één nachtje slapen en dan op reis. In gedachte loop ik nog even na of ik niets vergeten ben. Als ik dat gedaan heb kan ik gerust in slaap vallen.
De heenreis
Zoals geprogrammeerd is, gaat de wekker om 05.30 uur af. Neem alvast afscheid van mijn vrouw, want dan kan ze lekker blijven liggen. Ik start de dagelijkse routine, eet een broodje, vul de thermosfles met koffie en schenk een mok in voor nu meteen. Het is al behoorlijk licht op deze vroege Hemelvaartochtend, hoewel de zon nog niet vanachter het wolkendek is. De weersvoorspellingen voor deze reis zijn gunstig en dat is een vrolijk vooruitzicht. Met de laatste kleinigheden in de hand en mijn helm in de andere sluit ik zacht de voordeur af en loop naar de garage waar mijn trouwe lange-afstand-tweewieler staat opgesteld.
Het kost slechts één korte klik en de 50 cc Kymco Gran Dink, Mycko genaamd, loopt. Het is nog fris, slechts 9 °C, dus besluit ik mijn handschoenen aan te trekken. Zodra het motortje iets warmer is vertrek ik en zet de handvatverwarming ook maar bij. Het is 06.05 uur.
Daar de weersvoorspellingen gunstig zijn heb ik gekozen het winter-motorpak thuis te laten en ook de voering van het zomerpak niet te gebruiken maar een spijkerjack eronder aan te trekken. Hiervan heb ik na een tiental kilometers toch wel een beetje spijt. Het is fris en de wind is behoorlijk en stevig op de kop. Ach ja, het hoort erbij nog even doorbijten want rond tien uur zal de temperatuur al wel gestegen zijn.
Vanaf huis rij ik over de N662 naar Nieuwdorp dan binnendoor naar de N667 tot Heinkenszand. Rechtsaf de N665 uitrijden en linksaf de N666 tot 's-Gravenpolder. Via de Zaaidijk en Vierwegen neem ik de N289 die ik blijf volgen tot in Hoogerheide. Deze weg heb ik al vele malen gereden en is voor mij de meest efficiënte weg als ik in oostelijke richting Zeeland wil verlaten.
Dit keer ga ik een route proberen die ik nog niet eerder gereden heb. Meteen stuit ik op het probleem dat de rondweg rond Hoogerheide niet met de brommer bereden mag worden en moet ik via het centrum rijden zodat de navigatie want Google maps kan zo snel geen alternatief vinden.
Google maps als navigatie vind ik vrij eenvoudig maar niet altijd duidelijk en goed. Echter ben ik me er van bewust dat iedere navigatie voor het gebruik op de bromfiets beperkingen heeft. Daar google altijd up-to-date is en de stand "auto met uitsluiting van snelwegen" mijns inzien de beste optie is (en gratis), gebruik ik vaak deze app. Bijkomend voordeel is dat ik ook gekoppeld ben met mijn helmkit, dus telefoon kan beantwoorden en onderweg muziek kan luisteren. De GSM heb ik in een houder voor me zodat ik de navigatie kan aflezen en met een USB-kabel verbonden aan een USB unit op de bullbar waardoor de GSM altijd opgeladen wordt.
Na Huybergen ben ik de Belgische grens gepasseerd en rij dan via de Kalmthoutse heide, Wuustwezel, Brecht, Oostmalle en Belgisch Lille naar Kasterlee. In de buurt van Wuustwezel hou ik even een pauzemoment. Ik heb nu bijna 90 kilometer gereden en ben toe aan een beetje koffie en een andere houding dan zitten. De temperatuur is al licht aan het stijgen, maar met iets meer dan 10 °C is het nog steeds fris zij het dat er minder wind is dan in Zeeland..
Het volgende stuk dat ik zonder pauze wil rijden is 75 kilometer en dat zal iets voorbij Leopoldsburg zijn. Met een pauze bedoel ik iets langer dan een fotostop of sanitair ontspanningsmoment. Het zacht glooiende landschap van het Belgische Brabant glijdt aan me voorbij terwijl ik behoorlijk opschiet. Ik probeer de (GPS) snelheid op max. 52 km/h te houden, hoewel ik hele stukken onder de vijftig aan het rijden ben. Het is inmiddels rond negen uur als ik de plaats Mol passeer. Hier kruisen de N71 en N18 elkaar en is voor (brom)fietsers een tunnelsysteem ingericht met ondergrondse kruisingen. Dit tunnelsysteem is voorzien van graffitikunst en van dien aard en niveau dat stoppen voor dit fraaie stukje kunstmuseum best kan.
Na de stop blijf ik de N18 volgen tot aan Leopoldsburg. Leopoldsburg is bekend om het militaire kamp Beverlo en de uitgestrekte militaire oefenterreinen van het Belgische leger. De inrichting is destijds door Koning Leopold I van België gerealiseerd ter verdediging van België tegen Nederland. België had zich toen net afgesplitst van de Nederlanden.
De bewoners van de gebieden waar het kampement en oefenterreinen zijn opgetrokken, werden gedwongen om te verhuizen en konden zich vestigen in de plaats die wij nu kennen als Leopoldsburg. Aanvankelijk heette deze plaats Bourg naar de ontwerper van de plaats. Later werd de plaatsnaam veranderd in Bourg Leopold en na de tweedeling van België in Vlaams en Franstalig gebied, werd de naam Leopoldsburg. Enkele kilometers verder stop ik bij het (sport)vliegveldje voor een pauze. Inmiddels zitten de 75 km er weer op en ben 165 km van huis. De tijd is half tien en gun mezelf een kwartier.
Het is te zien dat deze weg, de N73, op een tekentafel is ontstaan. Kaarsrecht als een liniaal en het asfalt dat er inmiddels ligt kan niet verhullen dat dit voorheen een beton(platen)weg was. De vele auto's die er rijden, het is een behoorlijk drukke weg, zorgen met voor- en achterbanden telkens voor een monotoon ritmische cadans. Ik sta inmiddels in de volle zon en het begint echt aangenaam te worden. De temperatuur is al boven 13 °C en in de zon, zonder wind, is het aangenaam vertoeven.
In de voorbereiding heb ik ongeveer bepaald dat het mogelijk moet zijn bij de Duitse grens te komen omstreeks het middaguur; vooropgesteld dat ik geen pech of ernstig oponthoud tegenkom. Vanaf dit punt is het nog iets meer dan 60 km daarheen.
De route loopt via Hechtel-Ecksel, Peer, Bree, Kinrooi naar de Nederlandse grens om dan door Ittervoort en Horn bij Roermond de Maas over te steken. Zoveel als mogelijk probeer ik noordelijk van Roermond te blijven en dan bij Swalmen de grens met Duitsland kruisen.
De N73 is een redelijk eentonige weg. Niet alleen door de cadans van de auto's op de oude betonweg, maar meer door de rechtlijnigheid en de omheining die links en rechts die het militaire gebied aangeven. In Peer (bekend van de meubelboulevard) word ik om het stadje geleid via de rondweg. Gaat erg snel en er zijn nauwelijks fietsers onderweg. Ineens zie ik op een rotonde een straaljager opdoemen. Het blijkt een oude F-104 gevechtsjager van de Belgische luchtmacht die in de nabijgelegen militaire vliegbasis Kleine-Brogel gestationeerd zijn geweest.
Enkele kilometers voorbij Peer is het fietspad langs de N73 opgebroken. Voor fietsers, bromfietsers cat. A en P, paarden en overig langzaam verkeer is er een alternatief. Helaas voor de bromfiets cat. B niet. Jammerlijk komen we als bromfietsers dit vaker tegen. We spreken in het 'jargon' dan van vijfenveertig kilometermoord. Een feit dat we helaas vaker zien bij, met name, tijdelijke verkeerssituaties. In zo een geval moet je als bromfietser wat. Hiervoor heb ik de volgende methode:
1. Heb ik goed gekeken (dus kijk ik nogmaals) of is er een alternatief ?
2. Wat is het minst gevaarlijk? Over de weg of over het verboden fietspad.
3. Kan ik eventueel toch doorrijden ? Zo ja, dan maar ongehoorzaam.
Hier maak ik de keuze om over de afgesloten rijstrook te rijden. Het is een feestdag en men is niet aan het werk, dus kan ik zonder gevaar en overig verkeer te hinderen doorrijden. Na ongeveer drie kilometer is de wegafsluiting ten einde en kan ik mijn weg weer vervolgen.
Daar ik de heen- en terugreis dezelfde weg afleg, zal ik zondag weer voor hetzelfde dilemma komen te staan. Dat zie ik zondag dan wel weer. De N73 die enorm eentonig is volg ik tot de N78 voorbij Kinrooi.
Ik bevind me nu in de Maasvallei en dat is goed te merken aan de aangewakkerde wind. Het is goed te rijden met bijna 16 °C op de thermometer maar de koude noordenwind is toch wel voelbaar. De N78 gaat bij de grens over in de N273 waarna de N280 me over de Maas brengt. Roermond ligt er mooi bij in het stralende zonnetje. Het was in mijn militaire diensttijd mijn eerste garnizoensstad. De kazerne heeft plaatsgemaakt voor de designer outlet en wat er van over is, is omgetoverd tot horeca (McDonalds en LaPlace).
Op een snelle en gemakkelijke manier rij ik door Roermond (noord) en bevind me al snel op de weg naar Swalmen. Om 11.45 uur bereik ik de grens met Duitsland en sla een bosweg in om hier mijn meegebrachte lunch te genieten.
Inmiddels ben ik al ruim 225 kilometer verder dan ik vijf uur en veertig minuten geleden was. Als ik de pauzes eraf haal zit de gemiddelde snelheid op ongeveer 42 km/h en dat is best wel snel. Toch heb ik de gashandel niet helemaal open en geniet ik van al het moois dat ik om me heen zie. De broodjes smaken me goed en een flesje water en paar slokjes cola verder is het tijd om het motortje weer op gang te brengen. Inmiddels bemerk ik dat het aantal fietsers is toegenomen op deze mooie Hemelvaartsdag. Nu ik Duitsland binnen ga zal ik daar weinig mee te maken hebben. In Duitsland rijdt een bromfietser namelijk altijd op de weg; ook snorfietsers. Fietsers rijden dikwijls op het trottoir en andere voetpaden. Voor ons als bromfietsers zijn de meeste Duitse automobilisten ook keurige weggebruikers. Het is in Duitsland bij het inhalen van tweewielers verplicht om 1½ meter, en buiten de bebouwde kom, 2 meter ruimte aan te houden.
Ik ben lekker ontspannen en ook de wat langere lunchpauze heeft me goed gedaan. Het is nog maar 90 kilometer tot Wuppertal en rond de klok van één uur. Ik bedenk me dat er een systeem zit in rijden en pauze. Vanmorgen heb ik eerst 90 km gereden, toen 75 km en daarna 60 km gereden. Tussen deze afstanden een pauze. Telkens heb ik 15 km minder gereden en als ik dat doe, deel ik de rest van de route exact in tweeën (45 km).
Voor ik het goed en wel in de gaten heb zit ik op de L7 die ik moet blijven volgen tot aan de eindbestemming. De omgeving is heuvelachtig hoewel ik daar weinig van merk omdat deze weg veel over de hogere vlakten is gelegd. Het is mooi en zeker fijn om te rijden in deze omgeving. Ik bemerk dat ongemerkt de GPS snelheid wat omhoog gaat omdat ik nu op het weggedeelte rij en niet op een (smal) fietspad of fietsstrook. Ik verbaas me hoe mooi deze omgeving is terwijl ik mij toch echt in het ruhrgebied bevind.
Het gebrom van een straalmotor haalt me uit deze dromerige en natuurlijke omgeving. Een boeing 737 vliegt laag over me heen en zie duidelijk de flaps uitstaan. Dan moet ik toch wel in de buurt van.... voor ik het echt realiseer doemt de stad Düsseldorf op. Zo snel al ? Vraag ik mezelf af. Het is slechts het voorstedelijk gebied. De klok op mijn dashboard laat zien dat het iets voor twee uur is. "Wauw" denk ik: "snel gereden"! Links van me zie ik een rivier. Het blijkt de Rijn te zijn die ik even later zal gaan oversteken.
Het is iets drukker in Düsseldorf, maar vast niet zo druk als op een gewone werkdag. Ik kan vlot doorrijden en een kwartier later zie ik een geel bord met een rode streep door de naam Düsseldorf. Op de Gallberg aan de rand van de stad blijf ik staan om even te pauzeren. Vanaf hier heb ik in de verte een overzicht over de stad. Tsja, daar sta je dan met je brommer ruim 250 kilometer van huis.
De brug waar ik nog geen kwartier geleden overheen ben gereden zie ik in de verte liggen. Een grijszwarte stip in de lucht trekt plots mijn aandacht. Het lijkt groter te worden naarmate ik langer ernaar kijk. Zodra de stip wat van koers wijzigt, zie ik dat het een zeppelin is. Dat is al lang geleden dat ik deze majestueuze vaartuigen gezien heb.
Ik laat de stad achter me begeef me weer in de wonderbaarlijk schone natuur die hier te vinden is. Inmiddels heb ik al enkele heuveltjes gereden en soms gaat het wat op en neer. Het is prachtig rijden en op deze dag lekker rustig, hoewel in de dorpen en stadjes die ik doorkruis wel zie dat er festiviteiten zijn. Een sandwichbord rond een lantaarnpaal leert mij dat het vandaag in Duitsland Vatertag (vaderdag) is. Nooit geweten dat dit op Hemelvaartsdag wordt gevierd.
Het duurt niet zo lang voordat ik de voorstad Vohwinkel van Wuppertal bereik. Mijn hotel ligt aan de westzijde van de stad die ik met behulp van Google Maps snel gevonden heb. Op streetview had ik thuis al gezien dat aan de achterzijde van het hotel een parkeerplaats was. Hier heb ik de brommer stilgezet en afgeladen. Het hotel had ik al online ingecheckt en een paar uur geleden mijn sleutelcode gekregen. Om drie uur stond ik in de hotelkamer. In totaal negen uur onderweg geweest en niet moe; hooguit wat roezig van de buitenlucht, de opgedane indrukken en het windgeruis. Ik besluit eerst een stukje te gaan wandelen.
Wuppertal staat oa. bekend om de Swebebahn. Dit is een monorail openbaar vervoermiddel dat voor een heel groot gedeelte boven de rivier de Wupper heen loopt. Af en aan is het een komen en gaan van een soort tramwagons waarvan de wielen op het dak zijn bevestigd. De tram hangt als het ware aan de rail. Leuk om te zien en best wel indrukwekkend met al die stalen staanders en hooggelegen stationnen.
Wuppertal is een aan elkaar gegroeide agglomeratie van diverse kleinere dorpen. Het heeft zich gevormd in het dal van de Wupper en is slechts enkele honderden meters breed. De bebouwing ligt in het dal en tegen de heuvels aan beide zijden van de rivier. Het valt me op dat er veel verpaupering en verloedering is. Veel lege drankflessen en met regelmaat zie je plaatsen waar zwervers hun bezit hebben achtergelaten. Er is veel bedrijfshuisvesting waaronder een grote fabriek van Bayer waar grondstoffen voor medicamenten worden ontwikkeld en geproduceerd. De eerste indruk is misschien niet zo geweldig, maar als je daar doorheen kijkt, kan je ook veel mooie dingen zien. Kunst op kale muren, industrieel erfgoed, verscheidene bouwstijlen waarvan ook nog vooroorlogs. Ook heeft de stad een dierentuin en zeer gerenomeerd museum.
Na een uurtje bereik ik het hoofdgebied waar de winkels zijn. Er is kermis en het is hier in dit deel van de stad druk. Ik blijf wat kijken naar de diverse attracties. Gegil van sommige mensen die zich laten ronddraaien of over de kop laten brengen door machines die met veel luide muziek, knipperende lichten en rook de beleving nog heftiger maakt. Kortom: een kermis zoals zovelen, maar altijd leuk om even te kijken. Onder een poort hangt het bord van het restaurant en loop ik de biergarten daarvan in. Een vers (huis)gebrouwen weizenbier van de tap laat ik me smaken.
Ik besluit met de Swebebahn terug te gaan. Leuk om eens in een hangende tram mee te rijden en het gaat een stuk sneller dan lopen. Twintig minuten later stap ik mijn hotel binnen en zet de TV aan. Een documentaire over de tweede wereldoorlog vanuit Duitse zijde bekeken. Na de Werbung (reclame) ging de documentaire verder, dit heb ik echter niet meer bewust meegemaakt. De TV zal ongetwijfeld vanzelf uit gegaan zijn.
De tweede dag
Zodra ik wakker ben zie ik dat het kwart voor zeven is. Mooie tijd om deze tweede dag te beginnen en na de ochtendrituelen en aangekleed te zijn, ben ik naar beneden gelopen om bij de aangrenzende supermarkt een ontbijt te scoren. Dit hotelketen (McDreams hotels) is puur om te slapen. Er is geen ontbijtfaciliteit noch permanent bezette receptie. Uiteraard zijn dit zaken die dit hotel goedkoper maken dan anderen. Overigens zijn de kamers superschoon met een prima bed, goede douche en super geluidisolerend. Op de parkeerplaats voor het hotel is 's avonds best wel bedrijvigheid, maar met het raam dicht en het rolluik naar beneden is hier nauwelijks wat van te horen. Ik zet een kopje thee en eet tevens twee ovenverse broodjes die ik zojuist gekocht heb. De dag kan beginnen.
Om kwart voor negen pak ik mijn helm, kleding en proviandtasje en rijd weg in de richting van de stad. Voor het centrum rechtsaf om de richting van Cronenberg / Remscheid op te gaan. Hier moeten het motortje al flink zijn best doen. De stijging is gedurende ruim twee kilometer met een gemiddeld percentage van zes procent. Dit betekent stukken van drie procent, maar natuurlijk ook van negen. De brommer heeft er een beetje moeite mee en blijft rond 25 km/h steken.
Op een bepaald moment rijd ik onder bovenleidingen zonder dat er rails zichtbaar zijn. Dit duidt op een trolleybus en daarvan zijn er niet zo heel veel steden die deze vervoersvorm kennen. Ik kom in de buurt van Solingen, want deze stad heeft een elektrobussysteem en steek de Wupper over en voor de stad te hebben bereikt. Dan linksaf de Jagenberg op om bij Unterburg de rivier weer over te steken richting het Slot Burg. Dit eerste deel is in ieder geval al een mooi begin van deze evenzo mooie dag. Het zonnetje staat hoog aan een blauwe hemel en de temperatuur loopt, met weinig wind, al lekker op. Ik permiteer me de tijd te nemen om het slot te bezichtigen, hoewel men momenteel bezig is het te renoveren. Overal zijn nog bouwmaterialen en hekken die de bouwmaterialen beschermen, steigers en andere arbeidsmiddelen opgesteld. Toch kan overal rond gekeken worden en op deze vrijdag na Hemelvaartsdag wordt er niet gewerkt. Rondom het slot zijn naast horecagelegenheden ook nog wat winkeltjes en doet het geheel idyllisch aan. Je waant je toch een beetje in de tijd van de ridders en de tempeliers. Hoewel het vervoer er naar toe een stuk sneller en comfortabeler is geworden.
Na een klein halfuurtje stap ik weer op en rijd ik via Wermelskirchen naar Huckeswagen en dan naar de Beverdam. De dam is helaas afgesloten wegens gevaar, dus moet er een alternatief gevonden worden. Dit betekent even terugrijden en weer via Hückenswagen, waar ik overigens ook nog langs een ander kasteel rijd, een iets zuidelijke route nemen. Een tiental minuten later sta ik aan de overkant van de dam. Deze dam is onderdeel van een stuwmerensysteem dat voornamelijk de regulering van hemelwater, rivieren en opslag van drinkwater tot doel heeft. Op 17 mei 1943 werd door Engelse bommenwerpers geprobeerd deze dam te torpederen, wat niet is geslaagd.
Via een prachtige route die door allerlei verschillende landschappen voert rijd ik naar het volgende stuwmerensysteem. Dit is de Listertaldam die samen met de Biggetaldam de Biggesee vormen. Hier kunnen we wel over de dammen zelf rijden wat een mooi zicht over het meer geeft.
De Listertaldam dateert van begin 1900 en de Biggedam is in 1965 in gebruik genomen. Ook deze stuwmeren zijn opgeworpen als drinkwaterbekken en regulering van de rivierloop. Ook op de Listertaldam is in het kader van operatie Chastise een aanval van de Engelsen uitgevoerd, net zoals op de Beverdam en nog vier andere dammen. De Listertaldam kwam ook zonder noemenswaardige schade hier doorheen. Alleen de Möhnetaldam en de Edertaldam hadden dusdanige schade dat het achtergelegen gebied overstroomde.
Via deze mooi gelegen kunstmatige binnenmeren rijd ik verder door het idyllische berglandschap. De vele bronnen die zich in deze omgeving bevinden vormen beekjes die weer riviertjes vormen. Zo sta ik aan één van de bronnen van de Wupper die uit drie kleine bronnen in Börlinghausen ontspringt en als een natte sliert (hier heet het nog de Wipper) door de omgeving slingert. Doordat andere bronnen de Wipper voeden, wordt het uiteindelijk de rivier die het is. In Leverkussen eindigt de Wupper in de Rijn.
Ik rijd nu door een gebied dat het Negertal heet. In het dal loopt de rivier de Neger, die in de buurt van het dorpje Neger ontspringt om na 18 km in de Biggesee uit te monden.
Zowel nationaal als internationaal is er met enige regelmaat commotie vanwege de naam "Neger". Al reeds vele eeuwen wordt deze rivier, het dal en de plaats zo genoemd, zelf nog ver voor de invoering van slavernij. Vanwege de historiek en wellicht ook het Heimatgefüll is de naam, ondanks de voortdurende protesten, nog steeds niet veranderd of verdwenen.
Na dit schitterende parcours doorkruist te hebben draai ik de L55 op die ik een aantal kilometers volg waarna de L715 mij de richting van het Sauerland op stuurt. Na een paar kilometer rechtsaf om via een mooie klim over, een nog niet geheel geasfalteerde weg, uit te komen op de Hoge Bracht. Deze berg op 588 meter boven NAP biedt een prachtig vergezicht over de gehele omgeving. Op deze berg is een toren met restaurant gelegen. De toren is destijds als radiostation gebruikt en inmiddels heeft deze die functie verloren. Het restaurant is altijd restaurant geweest. Men kan er nu ook overnachten en het lijkt mij wel een unieke omgeving en ervaring. De ontvangst is zeer gastvriendelijk en het is genieten in de zon van een welverdiende vers getapte lekkernij. Ik besluit er ook te eten. Het eten en de gastvrijheid is goed op niveau. Niet overdreven maar gemoedelijk, correct en vriendelijk. De keuken is typisch Duits, maar geen frituurbereiding. Een blik door het venster van de keuken (vanuit het restaurant) laat zien dat hier de schnitzel nog van het vlees wordt afgesneden. Het kloppen van het vlees en het paneren gebeurt voor de panbereiding. Ik bestel echter de Käsespätzle en hoop dat deze ook vers bereid is. Een grote pan heb ik op zien staan dus de kans is groot dat hierin de spätzle wordt bereid. De eerste hap van de heerlijke romige käsespätzle doet mijn vermoeden bewaarheid zien worden. Heerlijk en lovenswaardig. Hier is aandacht en vakmanschap in één gerecht bijeengebracht.
Er zijn 120 kilometers verreden vanaf vanmorgen en steeds oostwaarts gereden. Volgens de opgave zou de totale route 220 kilometers zijn, dus nog 100 kilometers te gaan. Het daglicht in bergachtige gebieden gaat echter op een eerder tijdstip "uit" dan in vlak gebied en om half negen is het donker en wordt van de omgeving niets meer waargenomen. Daarom is het zaak om op tijd weer terug te zijn. Uiteindelijk bereik ik het hotel weer en is het al wel donker. Ik geniet van een heerlijke douche in de badkamer van mijn hotelkamer en besluit naar bed te gaan.
Het was een mooie dag.
De derde dag
Het is een wederom een mooie dag waarop de zon schijnt. Ik voel me goed en niemand houdt me nu nog tegen. Deze letterlijke vertaling van een nummer van Queen is zoals ik me vandaag voel.
In de voorbereidingen voor deze tocht heb ik gevonden dat dit gebied zich ook uitstekend leent voor een stevige wandeling. Normaal wandel ik thuis ook aardig wat kilometers en heb me een beetje geöriënteerd om ook eens te wandelen. Hoewel er vandaag een iets kleinere toertocht op het programma staat, heb ik gisteravond nog besloten vandaag niet te gaan rijden. Thuis had ik al een wandeling in de omgeving gezien die 16 kilometer lang is. Voor mij een uitdaging die ik thuis regelmatig aanga. Hier is het echter anders omdat naast afstand ook de hoogtemeters meespelen. Ik heb er wel zin in en gebruik vandaag de scooter alleen om op het beginpunt te komen.
De trouwe scooter brengt me naar het station Solingen-Schaberg dat vijftien kilometer van mijn hotel af ligt. Daar aangekomen ga ik met rugzak de wandeling beginnen. Middels de GSM vind ik de juiste route door de steeds weer splitsende bospaden en wegen. Het begint in een stukje bos waarna ik via wat weilanden in een dorpje kom. Dan weer door weilanden en wat braakliggende gronden het bos in om bij de Wupper uit te komen. Dit eerste stuk gaat me vrij gemakkelijk af omdat het weinig stijgt en geleidelijk afdaalt.
De route zal zeker aangegeven staan, maar ik weet niet exact welke route ik volg. Dus hou ik de door mij gedownloade gpx route op de telefoon maar aan. De meeste stukken zijn ruime boswegen verhard met kiezels, maar soms is het wat zachtere ondergrond en soms ook asfalt. Het loopt prettig en het is stil. Alleen het tsjilpen van vogels en wat bladgeruis. Met regelmaat kom je een andere wandelaar tegen of mountainbiker, maar soms loop je gemakkelijk tien minuten zonder iemand tegen te komen. Pas als ik weer in de buurt van het dal ben hoor ik onmiskenbaar menselijke geluiden. Er is een camping in de buurt en gezinnen trekken erop uit. Jammer dat dit soms met veel stemverheffing gepaard moet gaan.
Gelukkig gaat de weg nogal sterk stijgen zodat de meeste recreanten afhaken of een ander pad kiezen. Hiermee sterven de stemmen langzaam uit zodat de natuurgeluiden weer de overhand hebben. De klim brengt me naar een mooi uitzichtpunt over een stuw. Het blijkt de Sengbachtaldam te zijn.
De muur van deze dam is 43 meter hoog en 178 meter breed aan de top. Te bodemdikte is bijna 37 meter en aan de top 5 meter waarop een fiets- voetpad is gesitueerd. Het stuwmeer met een waterinhoud van 2,8 miljoen kubieke meter (2,8 miljard liter) voorziet de stad Solingen en omringende dorpen van het drinkwater. Een 900 mm dikke leiding brengt het water vanuit het meer naar een nabijgelegen filterstation. Het stuwmeer kent een zogeheten 'voorbekken' dat als eerste opvang van slib en afval dient. Vanuit dit voorbekken wordt door natuurlijke filtering het water in het stuwmeer gelaten. Ik loop de stuwdam even over en weer terug en vervolg de route door het bos.
Het valt me op dat er met enige onregelmatigheid wat donkere natte plekken over de bospaden te vinden zijn. Sommige zijn gewoon nat, andere drassig en zompig en soms behoorlijk modderig. Het blijken kleine bronnen die uit de berg ontspringen waarvan sommige bronnen een eigen bronpunt hebben gekregen.
Het bronwater schijnt niet 'drinkbaar' te zijn. Hiervoor wordt vooraf gewaarschuwd en soms staat dit bij bepaalde bronnen ook expliciet aangegeven. Ik ben in het Ruhr-gebied, dus kan me er wel wat bij voorstellen. De natuur moet dikwijls de prijs betalen voor de welvaart waar ik zelf ook gebruik van maak. Ik ben geen wereldverbeteraar maar probeer wel mijn steentje bij te dragen. Als ik hier zo rondloop realiseer ik me dat ik misschien meer moet doen, maar of ik die 'lifestyle' ook als eigen kan maken.....
Plotseling zie ik iets bekends opdoemen bovenaan een berg die zich aan de overkant van mij bevind. Het is Schloss Burg waar ik gisteren geweest zijn. De ligging komt nu nog grootser over dan ik gisteren vermoedde. Zo omgeven in het groen van de bossen doet het nog pittoresker aan dan vanaf een asfaltweg. Op de kaart zie ik dat ik er naar toe ga lopen en dan ongeveer 10 kilometer heb afgelegd. Eerst zal ik nog een stukje naar het dal moeten afdalen om een beekje over te steken om daarna weer te klimmen naar het slot. Onderweg kom ik nog een alleraardigst bouwwerkje tegen. Het blijkt een soort prieel te zijn vanwaaruit men een mooi uitzicht heeft op de omgeving.
Helaas is er niets te vinden waarom dit bouwwerk er staat en als onderdeel van het slot lijkt dit mij niet waarschijnlijk; daarvoor ligt het er te ver vanaf. Er zijn op het plafond van het achtkantige gebouw diverse schilderingen aangebracht. De vertaling van de tekst luidt als volgt: "Burch aan de Wupper: Verheugd u wakkere Berger, verheugd u uwe mooie vaderland hier! Bedank God dat Hij u dit schenkt nu en daarvoorheen !". De andere is: "Wuppertal: Laat je blik niet afdwalen van de hoogte naar Vader Rijn. Als de avondzon schijnt werpt hij je ter begroeting terug ?"
Wat ik met een dergelijke wandeling allemaal tegenkom, is best wel leuk. Zowel in een auto als op scooter had ik dit alleraardigst gebouwtje niet opgemerkt. Zo brengt de combinatie van een brommerreis met een wandeling fantastisch nieuwe ervaringen teweeg. Waarschijnlijk zal ik dit wel eens vaker gaan doen. Met een behoorlijk steile beklimming kom ik op de parkeerplaats waar we gisteren met de scooter stonden.
Nogmaals ga ik het kasteel binnen en ook nu is het niet bijzonder druk. Vanaf de berg is er een kabelbaan naar Unterberg, het plaatsje aan de voet van de berg waar het slot op gebouwd is. Je hebt vanaf hier een mooi overzicht over het dal. Zoals ik ooit van een bergwandelaar heb gelezen noemde hij ieder vergezicht een beloning voor de steile klim. Ik ben dit volkomen met hem eens.
De weg naar beneden is mogelijk nog steiler dan de weg naar boven. Hier ervaar ik voor het eerst dat naar beneden lopen wellicht vermoeiender is dan naar boven. Bij het naar boven lopen is met name conditie van belang, naar beneden gaan vraagt meer van je spieren doordat je constant bezig bent met inhouden en corrigeren. Ook worden je tenen tegen je schoenneuzen gedrukt wat niet bepaald lekker aanvoelt. Het belang van goed schoeisel bemerk ik nu. Ik heb lage wandelschoenen aan en had voor betere ondersteuning liever mijn hoge wandelschoenen gedragen. Onder aan de berg ligt Unterberg, een alleraardigst dorpje met oa. vakwerkhuizen en diverse beelden en andere kunstzinnige uitingen.
Ik kom weer in het dal van de Wupper en zal deze rivier de gehele terugweg blijven volgen. Het is nog een goede zes kilometer lopen. Ik bemerk wel dat ik al vermoeid ben en rust op een bankje even uit en neem wat te eten en te drinken. Dit is iets dat je gemakkelijk vergeet als je een mooie wandeling maakt en daarbij veel indrukken opdoet. Het is heerlijk voorjaarsweer en de Rhododenderons bloeien hier weelderig. De geur van de bloemen vermengd zich met de rust, het gefluit van een merel en geklater van water. Het brengt een rust die niet te omschrijven valt.
Na een twintigtal minuten op het bankje vertoefd te hebben, trek ik mijn veters weer dicht en ga het pad verder aflopen. De weg glooit wat in het landschap en slingert mee met de rivier. Hier lopen wat meer families en blijkt dat dit pad naar een zweefbaan over de Wupper leidt. Deze zweefbaan wijkt teveel af van mijn pad om dit te gaan bezoeken vanwege de vermoeidheid die toch wel wat groter is dan normaal na 12 kilometer. Ik besluit mijn weg te volgen en loop onderdoor een stalen constructie van een brug. Dit blijkt de Mungstener brug te zijn. De hoogst gelegen stalen spoorbrug van Duitsland. Vervolgens kom ik bij een brug over de Wupper dat er best wel leuk bij ligt.
Hierna gaat de weg weer stijgen en moet ik redelijk klimmen. Het is erg steil waarbij er toch wel een overbrugging van ongeveer honderd hoogtemeters is. In het dal hoor ik veel mensenlawaai en zie op de kaart dat daar een attractieparkje is. Het plezier is van het enthousiaste geroep en gelach duidelijk te bemerken. Ik blijf echter klimmen en het attractiepark wordt met elke stap kleiner.
En ineens doemt er weer een prieeltje op met een alleraardigst uitzicht. Het blijkt de tweede Diederichstempel te zijn. Bij deze staat wel een verklaring. De Diederichstempels zijn kleine bouwwerken die aan het begin van de 20e eeuw in opdracht van de familie Diederich, een gegoede Duitse familie, zijn gebouwd. Dit tweede gebouwtje is identiek aan het eerder beschreven bouwwerkje. Herr Diederich was een gepensioneerde (filosofisch) directeur van een Zwitsers internaat die in Remscheid woonde. Hij zocht twee uitzichtpunten uit die voor iedereen altijd toegankelijk zouden moeten zijn ter overdenking. Vanaf hier is er ook zicht op de Mungstenerbrug waar mijn eindpunt zal zijn.
Heel veel zin om te filosoferen heb ik niet en als je alleen loopt, dwalen je gedachten toch wel. Daarom loop ik door met de wetenschap dat ik op één of andere manier de Wupper zou moeten oversteken. De enige manier hiervoor is via de Napoleonsbrug. Deze brug ligt een kleine kilometer verderop maar wel bergafwaarts, dus dat scheelt veel klimwerk.
Op de plek waar deze brug ligt is in 1816 opdracht gegeven voor de eerste (houten) brug over de Wupper. Omdat in deze periode Duitsland een vazalstaat van Frankrijk was, worden alle bouwwerken aan deze Franse tijd toegeschreven. Halverwege de 19e eeuw werd de houten brug vervangen door een stenen boogbrug die er heden ten dage nog ligt.
Vanaf de overkant van de Wupper is het nog 200 meter vlak terrein waarna ik nog ongeveer 750 meter moet lopen naar het station waar mijn brommer staat. Op de kaart zie ik een vrij recht pad dat daar naar toe leidt, dus zal ik weinig hoogte hoeven overwinnen. Nou, dat was dus een vergissing ! Het was een pad dat alleen maar naar boven liep. Totaal moest over die afstand 120 hoogtemeters genomen worden. Een stijgingspercentage van gemiddeld 12%. Onderweg werd ik wel getrakteerd op een mooi uitzichtspunt op de spoorbrug en wat bleek ? De spoorbrug kan ook beklommen worden!
Als klimmer moet je geen hoogtevrees hebben en beschikken over een goede conditie. De 777 traptredes worden in verschillende etappes afgelegd (met staande rustpauze van ± 3 minuten). Je komt aan het einde op een 107 meter hoogte gelegen platform waar je dan mag rondkijken om vervolgens via de andere kant van de staalconstructie een andere trap af te lopen. Ik heb er de kracht niet meer voor.
Hierna loop ik een steile bostrap met zeer hoge treden op. Na ruim zestien kilometer gelopen te hebben was dit zeer vermoeid. Het bleek bij nader inzien een fitnesgedeelte in het bos. Tijdens de wandeling heb ik mijn rustmomenten genomen, iets dat ik thuis bij een dergelijke afstand meestal niet doe. Regelmatig, bijna wekelijks, probeer ik thuis 16 kilometer te lopen zonder pauze. Dan ben ik vermoeid als ik thuis kom en bemerk ik dat ik ver gelopen heb. Nu was ik gewoon enorm blij dat ik mijn brommer zag staan. Ik was kei-kapot maar had er wel een voldaan gevoel bij. Zeer zeker wil ik een volgende keer als ik op pad met de scooter ben een wandeltocht gaan maken. Ik heb veel moois gezien, vooral natuurschoon. De serene stilte, de geuren en indrukken zijn onuitwisbaar.
Nadat ik even mijn rust bij de brommer heb genomen en mijn gestel weer wat op orde was, ben ik erop gestapt en naar het hotel terug gereden. Aangekomen een langdurige douche genomen en toen heerlijk ontspannen op bed gelegen. Roezig en even de ogen gesloten met TV geluid op de achtergrond. Rond vijf uur ben ik boodschappen gaan doen voor het ontbijt en daarna de stad ingetrokken op zoek naar een Indiaas restaurant. Na een goede stoofpot van lamsvlees (geen curry) ben ik op een terras op een plein een biertje gaan drinken. Half elf lag ik in bed en een minuut eerder sliep ik. Het was een mooie dag. De zon scheen. Ik heb me goed gevoeld en niemand die mij tegenhield.
De terugreis.
Zes uur liep de wekker af. Ontbijt met kopje thee, de brommer laden en rijden maar. De Kymco deed het prima en ook de weersgesteldheid was weer fantastisch. Om half zeven reed ik bepakt van de parkeerplaats af op weg naar huis.
Op deze vroege zondagochtend is er bijna geen verkeer op de weg. In Düsseldorf reed ik bijna in mijn eentje over de brede, zesbaans, brug over de Rijn. Roermond was ik om 09.00 uur al door. De snelheid houd ik bewust rond de 52 km/h om de Kymco niet teveel te belasten. De terugweg rij ik hetzelfde als op de heenweg, alleen dan in tegengestelde richting. Ik zoef over de weg en kom nu bekende situaties tegen. De rechte saaie weg tussen Kinrooi en Leopoldsburg, de graffiti in de tunnel bij Mol, o ja, de wegafsluiting. Hetzelfde probleem alleen cat. A. Nu zou ik op de rijbaan moeten waar alles veel harder rijdt dan ik. De rijbaan is daarbij door de afzetting ook smaller dan gebruikelijk. Ik besluit ongehoorzaam te zijn en de alternatief aangegeven fietsroute te volgen. Zonder problemen overbrug ik het gedeelte dat afgezet is en kan mijn weg vervolgen. Rond het middaguur ben ik in Wechelderzande waar ik een smos martino eet als lunch. Na een half uurtje ga ik weer op pad en ben om 15.00 uur weer veilig thuis.
Ik kan terugkijken op 4 mooie dagen. Het weer heeft hierin steevast een belangrijke rol gespeeld. Bijzonder vond ik ook de dag dat ik er lopend op uitgetrokken ben. Het voelde als een enorme vrijheid dit te kunnen doen en heb er absoluut geen spijt van. Mijn plan is om vaker een dagwandeling te maken als ik met de scooter op reis ben. Mijns inzien een verrijking van de hobby.
± 850 kilometer
|